Recht op vrije meningsuiting
 
Recht op vrije meningsuiting,
dat betekent, heel normaal,
dat je niet de hele dag hoeft
lopen letten op je taal;
dat je hardop durft te praten
in de tram of in de trein,
over wat je stom of slecht vindt,
zonder bang te hoeven zijn.
 
Recht op vrije meningsuiting,
dat betekent, heel gewoon,
dat er niet wordt meegeluisterd
naar je eigen telefoon;
dat je in de krant kunt schrijven:
'de regering maakt me kwaad',
zonder dat je daar meteen voor
de gevangenis in gaat.
 
Recht op vrije meningsuiting,
dat betekent ook het recht
om te demonstreren, dat je 
voor je idealen vecht;
door de straat te mogen opgaan
met een spandoek of een bord,
zonder dat je door agenten
in elkaar geslagen wordt.
 
Recht op vrije meningsuiting
daar is niks bijzonders aan
in een land waar dat soort dingen
allemaal zijn toegestaan.
En dus sta je raar te kijken,
wanneer iemand je vertelt,
dat in meer dan honderd landen
helemaal dat recht niet geldt.
 
Recht op vrije meningsuiting
heeft nog lang niet iedereen
en voordat het zó ver zijn zal
daar gaan jaren overheen.
Maar al kun je al die mensen
dan niet helpen aan dat recht,
toch helpt het allicht een beetje,
wanneer je er wat van zégt.
 
Jan Boerstoel 
 
Bron: gedichtenbundel
'Vrijheid hoe maak je het?' 
van Amnesty International
(Uitgeverij De Geus, 1997)

 

Terug naar de startpagina: HOME 

 

Deze website is gearchiveerd door de KB, nationale bibliotheek